Home Lessen Artikelen en conferenties Dhammapada XXIII : Nagavagga – Olifanten

Dhammapada XXIII : Nagavagga – Olifanten

81
0

DHAMMAPADA

Bouddha_nuage-52d9b-10.jpg
XXIII : Nagavagga – Olifanten

320 Zoals een olifant op het slagveld
Pijlen, uit bogen geschoten, verdraagt:
Zo zal ik beledigingen verdragen,
Want vele mensen zijn van slecht karakter.

321 Een getemde olifant wordt de samenleving ingebracht,
Een getemde olifant wordt door de koning bestegen.
De getemde verdraagt beledigende woorden:
Hij is de beste onder de mensen.

322 – 323 Want niet door deze dieren te berijden,
Zal men gaan naar het Onbetreden Domein,
Zoals iemand doet die zichzelf goed getemd heeft:
Door zich te temmen, gaat de getemde er heen.

Mit jenen kommst du nicht ins unbetret’ne Land (nibbāna),
Den Selbstbeherrschten nur ist hier der Weg bekannt.

324 De olifant genaamd Dhanapāla
Is bronstig en moeilijk te beheersen.
Vastgeketend, neemt hij geen enkele hap:
De olifant heeft heimwee naar het olifantenbos.

325 Als men lethargisch is, een voleter;
Als men slaapt en al slapend rondwoelt,
Als een met veevoeder vetgemest varken:
Die slomerd komt keer op keer weer tot geboorte.

326 Voorheen reisde deze geest rond zoals zij zelf wilde:
Naar wat zij verlangde, naar gelang haar plezier.
Maar vandaag hou ik haar wijselijk in bedwang,
Als een olifantentemmer met een stok, een bronstige olifant.

327 Wees verheugd in waakzaamheid,
Bescherm je eigen geest.
Trek jezelf voort uit de slechte weg,
Als een olifant doet als hij vastzit in modder.

328 – 330 Als je een verstandige vriend kunt vinden,
Een compagnon die deugdzaam en wijs is:
Blijf dan bij hem, gelukkig en aandachtig,
Je zult alle gevaren dan overwinnen.

Als je geen verstandige vriend kunt vinden,
Een compagnon die deugdzaam en wijs is:
Zoals een verslagen koning zijn koninkrijk verlaat:
Leef dan alleen, als een olifant in het bos.

Beter is het om alleen te leven:
Vriendschap met dwazen bestaat niet.
Leef alleen en doe geen kwaad.
Zorgeloos, als een olifant in het bos.

331 – 333 Geluk is: vrienden als je hulp nodig hebt;
Geluk is: tevreden zijn met wat je hebt;
Geluk is: verdienste aan levens’ einde;
Geluk is: het verlaten van al het lijden.

Geluk is: het respecteren van je moeder;
Ook je vader respecteren brengt geluk.
Geluk is: het respecteren van monniken;
Ook heiligen respecteren brengt geluk.

Geluk is: deugdzaam zijn tot in ouderdom;
Geluk is: beschikken over vast vertrouwen;
Geluk is: het verkrijgen van wijsheid;
Geluk is: het niet doen van het kwade.

Klik hier om de 26 hoofdstukken bekijken :

http://www.buddhachannel.tv/portail/spip.php?article16374

Bron : http://www.suttas.net

Vorig artikelDhammapada XXIV : Tanhavagga – Verlangen
Volgend artikelDhammapada XXI. : Pakinnavagga – Gemengde Versen