De Pali Canon bestaat uit drie manden/korven (Pitaka’s). Ten eerste de Vinaya Pitaka, waar de regels voor nonnen en monniken opgetekend staan. Ten tweede de Suttanta Pitaka, waar alle Toespraken van de Boeddha verzameld zijn. Tenslotte de Abhidhamma Pitaka, die een systematische uitwerking van de leer bevat.
De Pali Canon wordt de Pali Canon genoemd omdat het is opgeschreven in de “taal” Pali. Pali stond in het Pali eerst voor “Tekst”. Maar later is men de term Pali gaan gebruiken voor de taal op zich. De taal Pali werd eigenlijk alleen gebruikt voor de Boeddhistische werken. Het heeft ook veel weg van het Sanskriet.
De Boeddha sprak waarschijnlijk oud-magadhi of een dialect hiervan. Vanuit de Theravada traditie wordt aangenomen dat de Pali Canon volledig afkomt van de Boeddha. Toch doen vele delen uit de Pali Canon vermoeden dat dit werken van latere datums zijn. Op de eerste plaats is de Vinaya Pitaka tot een bepaald moment nog flexibel geweest om aan de problemen die zich voor deden in de Sangha tegemoet te komen. Ten tweede wordt van de Khuddaka Nikaya uit de Sutta Pitaka vermoed dat deze ook van latere datum is. In ieder geval enkele delen omdat deze alreeds commentaren zijn op andere werken. Een andere aanwijziging hiervoor is dat in vele Nikaya-scholen de Khuddaka Nikaya niet als canoniek wordt beschouwd. Tenslotte is de Abhidhamma Pitaka van dien aard dat het onwaarschijnlijk is dat het uit de mond van de Boeddha komt. Heel de methode en de begrippen lijken voort te komen uit theorievorming en neerschrijvingen in plaats van preken van de Boeddha zoals in de Sutta Pitaka. De Abhidhamma Pitaka doet ook geen moeite om het te laten overkomen alsof het de Boeddha’s woorden zijn. Het is droge en theoretische leerstof.
De Vinaya Pitaka bestaat uit een vijftal werken die allen de regelgeving voor Monniken en Nonnen behandelen. De Vinaya Pitaka komt voort uit de noodzaak om regels op te stellen zodat de Sangha goed kan functioneren. Misschien is het ook verstandig om dit in overweging te houden met wat de Boeddha zei voor zijn heengaan: “Wanneer zij het wensen, Ananda, kan de Sangha de kleinere regels na mijn heengaan, afschaffen” (DN 16)
I. Bhikku Patimokkha, De Patimokkha voor Monniken
II. Bhikkuni Patimokkha, De Patimokkha voor Nonnen
III. Maha Vagga, Het Grote Hoofdstuk
IV. Culla Vagga, Het Kleine Hoofdstuk
V. Parivara, Samenvatting
De Sutta Pitaka bestaat uit een vijftal Nikaya’s waarin alle uitspraken die in de loop van de tijd door de Boeddha zijn verzameld en uiteindelijk gereciteerd werden door Ananda tijdens de eerste raadsvergadering van de Sangha. Dit verklaart ook de woorden “Aldus is gezegd/ Aldus heb ik gehoord/Zoals is gezegd” aangezien dit recitaties zijn van Ananda, de persoonlijke verzorger van de Boeddha.
I. Digha Nikaya, De Collectie van Lange Toespraken
II. Majjhima Nikaya, De Collectie van Middellange Toespraken
III. Samyutta Nikaya, De Collectie van Gegroepeerde Toespraken
IV. Anguttara Nikaya, De Collectie van Oplopende Toespraken
V. Khuddaka Nikaya, De Collectie van Kleine Toespraken
De Abhidhamma Pitaka bestaat uit een zevental boeken die een deel van de Sutta Pitaka in een filosofisch schema plakken. Er wordt een poging gedaan om de werkelijkheid helemaal te verklaren op analytische wijze. Over de Abhidhamma bestaat er een discussie of het aldanniet “het woord van de Boeddha” is.
I. Dhammasangani, Opsomming van fenomenen
II. Vibhanga, Het boek van analyse
III. Dhatukatha, Uiteenzetting over de elementen
IV. Puggalapannati, Beschrijving van personen
V. Kathavatthu, Punten van Conversie
VI. Yamaka, Het Boek van Paren
VII. Patthana, Het Boek van Voorwaardelijke Relaties
Bron : Toegang tot inzicht