Home Lessen Basisteksten Dood en sterven (2/4) – Gebruiken en rituelen die voor, tijdens en...

Dood en sterven (2/4) – Gebruiken en rituelen die voor, tijdens en na het sterven uitgevoerd kunnen worden.

62
0
Buddha_death
Buddha_death

Gebruiken en rituelen die voor, tijdens en na het sterven uitgevoerd kunnen worden.

De Tibetaans-boeddhistische gemeenschappen in Nederland kennen in hoofdlijnen overeenkomstige, maar in details soms verschillende gebruiken bij het begeleiden van stervenden. Het doel van al deze gebruiken is te appelleren aan positieve indrukken in het bewustzijn om zo een positieve wedergeboorte te stimuleren.

Het verdient aanbeveling om op het moment van sterven te rusten in de natuur van de geest door concentratie en meditatie. De stervende kan zich voorbereiden op de dood door te mediteren, door zich aan positieve gedachten over te geven en door een op verlichting gerichte geest (bodhicitta) op te wekken. Ook de praktijk van ‘nemen en geven’ (tonglen), waarbij men het lijden van anderen op zich neemt en het geluk en de positieve energie van zichzelf aan anderen overdraagt, wordt veel toegepast.

Veel groeperingen beschouwen het als belangrijk dat de eigen spirituele leraar (Lama) aanwezig is bij het sterven of in ieder geval op de hoogte is van het feit dat een leerling sterft, zodat hij kan bidden voor de stervende. Als de spirituele leraar niet aanwezig kan zijn, kunnen spirituele vrienden de stervende begeleiden. Degenen die de stervende begeleiden, zullen proberen aan het stervensproces kracht te verlenen door meditatie, het reciteren van mantra’s of van de naam van de spirituele leraar of van teksten overeenkomstig de wens van de stervende. In sommige organisaties zal men de stervende ondersteunen door het beoefenen van phowa en tonglen.

Bij de meeste tradities in Tibet wordt het Tibetaanse Dodenboek (Bardo Thödol) aan de stervende en de gestorvenen voorgelezen. Het Bardo Thödol (letterlijk vertaald: ‘Grote Bevrijding door Horen’ of ‘Het Grote Boek van Bevrijding door te Begrijpen in de Tussenstaat’) wordt voorgelezen als leidraad voor de overledene. Het is een beschrijving van de ervaringen in de ‘bardo van de realiteit’ en de ‘bardo van wording’. Door het horen van deze tekst wordt het bewustzijn door de bardo geleid; de overledene kan de ervaringen herkennen en zal er dan niet door in verwarring raken. In Nederland staat deze tekst bij enkele organisaties centraal, andere organisaties gebruiken deze niet actief of wijzen erop dat deze tekst alleen functioneel is voor degenen die vertrouwd zijn met Vajrayanapraktijken.

Er worden geen vaste handelingen voorgeschreven aan de mensen die de stervende begeleiden. Begeleiders proberen de stervende zoveel mogelijk met een harmonieuze, vriendelijke en heldere houding te ondersteunen. Ze zullen trachten de stervende niet te irriteren, op welke manier dan ook, maar een positieve instelling te ontwikkelen, vol liefde en mededogen. Irritatie en uitingen van sterke gehechtheid kunnen negatieve geestesinhouden activeren, waardoor een negatieve wedergeboorte zou kunnen volgen. De begeleiders kunnen de stervende helpen een positieve houding aan te nemen, onafgemaakte (materiële en emotionele) zaken af te wikkelen en negatieve emoties en gedachten los te laten. Emoties van gehechtheid (zowel prettige als vervelende) kunnen de stervende belemmeren dit leven los te laten. Door de stervende zelf, de leraar of de sangha kunnen spirituele praktijken worden beoefend zoals: meditatie, het reciteren van mantra’s of het doen van diverse visualisaties. Het is niet per se nodig dat deze praktijken aan het bed van de stervende worden uitgevoerd; die kunnen ook elders worden gedaan. Het fluisteren van mantra’s, de naam van de leraar of van een Boeddha in het oor van de stervende kan diens geest positief beïnvloeden, tenminste als de stervende zelf een wens in die richting te kennen heeft gegeven. De omgeving zal de stervende herinneren aan de boeddhistische leringen en zo weinig mogelijk aanleiding geven voor negatieve reacties.

Ook uiterlijke hulpmiddelen om een vredige atmosfeer in de ruimte te creëren kunnen worden aangewend: het inrichten van een altaar; het plaatsen van afbeeldingen van Boeddha’s of leraren in het zicht van de stervende; het plaatsen van een boeddhistische tekst aan het hoofdeind; het branden van wierook of kaarsen.

Op het moment van het sterven zelf dient alle afleiding en verstoring te worden vermeden, zodat de geest van de stervende zich naar binnen kan richten. Iedereen is hierbij zèlf eigen gids.

De meeste organisaties adviseren het lichaam tijdens het stervensproces niet aan te raken. Op het moment dat de verschillende elementen ‘oplossen’ zou aanraken dit proces verstoren, waardoor het bewustzijn versneld of via een ongunstige lagere opening het lichaam zou verlaten, hetgeen een negatieve wedergeboorte zou kunnen bevorderen. Mocht het lichaam toch aangeraakt moeten worden, dan wordt aangeraden eerst de kruin aan te raken, zodat het bewustzijn daarheen wordt gericht.

Sommige Tibetaans-boeddhistische centra leggen gezegende pillen of andere gezegende voorwerpen op de kruin of het hartchakra om het bewustzijn gunstig te beïnvloeden. Dit gebruik staat niet in de teksten beschreven, maar is wel een Tibetaanse traditie.

Andere centra stimuleren het herkennen van de essentie van de eigen geest in de ‘bardo van de realiteit’ door de stervende te adviseren rechtop in meditatiehouding te blijven zitten. Ook wordt wel geadviseerd om het lichaam in de leeuwenhouding te leggen, de houding waarin Boeddha Shakyamuni is gestorven.

Enkele tradities benadrukken dat het belangrijk is de stervende niet alleen te laten; eenzaamheid zou te zwaar wegen en het is belangrijk de stervende echt te vergezellen

www.hetbodhiblad.nl

Vorig artikelTradities in Japan
Volgend artikelBoeddhisme en theedrinken