Home Lessen Basisteksten De Vier Edele Waarheden 2

De Vier Edele Waarheden 2

79
0

De Tweede Edele Waarheid: ER IS EEN OORZAAK VOOR HET LIJDEN

De Boeddha ontdekte een oorzaak voor het lijden dat we als mens ervaren, namelijk onrealistische begeerte. Dat wil zeggen verlangen of hunkering die voortvloeit uit het niet begrijpen van de werkelijkheid. We onderkennen dan niet dat we bevangen zijn door begeerten, die diep in ons verankerd zijn. Deze begeerten of verlangens (tanha) betreffen volgens de Boeddha drie grondvormen:

Het verlangen naar zintuiglijke ervaringen, naar (meer) genot, weelde en comfort. Het ene verlangen is nog niet bevredigd of we willen naar het volgende. De Boeddha heeft het genieten van zintuiglijke ervaringen nooit als zodanig veroordeeld: dit verlangen is inherent aan het leven. Maar wel constateerde hij dat veel mensen menen dat hun geluk afhankelijk is van zintuiglijk genot en comfort. Zij raken er aan gehecht en soms ook aan verslaafd. Te denken valt aan roken, alcohol, drugs, seks, koffie, medicijnen, gokken. Ook aan zogenaamd onschuldige middelen kun je verslaafd zijn, zoals aan lekker en veel eten, aan tv-kijken, een dure auto, enz. De Boeddha ontdekte: ‘Bijna alle levende wezens zijn de slaaf van verlangen.’

Manifestatiedrang: het verlangen om onszelf te verwerkelijken, onze talenten, te realiseren. Op zich is dit een gezond verlangen. Maar ook dit verlangen kan ontaarden, bijvoorbeeld in de hunkering om ons leven voort te zetten, om ons te handhaven en te bewijzen, ons te manifesteren. (In de manier waarop we dit doen komen de eigenschappen van ons enneagram-type naar voren.) Dit kan zich uiten in perfectionisme, in vrijgevigheid om indruk te maken, het najagen van succes, het anders willen zijn, het zich uit angst voor afwijzing van anderen terugtrekken, enz. Het kan zich uiten in expansiedrif en carrièredwang, in competentie- en concurrentiestrijd. Als dit streven (te) sterke vormen aanneemt kan dit leiden tot stress, innerlijke onrust, psychosomatische klachten. Dit gaat ten koste gaan van de eigen mentale en fysieke gezondheid en die van anderen.

Vernietigingsdrang, ofwel het verlangen iets juist niet (meer) te willen hebben of zijn. Geen pijn, ongemak, ziekte, verdriet, boosheid, afwijzing en andere als onprettig ervaren menselijke ervaringen willen accepteren. Ook kan deze drijfveer zich uiten in een negatief zelfbeeld of in het willen beëindigen of kwijtraken van iets dat ooit verworven was. Ze kan zo leiden tot het verbreken van een relatie, tot ontslag, tot verhuizing, of zelfs tot (zelf)doding.

Bouddha-_1_-2.gif

De genoemde drie vormen van verlangen worden in het boeddhisme gezien als de directe oorzaak voor pijn en verdriet. Daarachter ligt nog een diepere oorzaak. Het niet goed omgaan met onze begeerten, hunkeringen, verlangens is ten diepste geworteld in onwetendheid (avijja): het niet of verkeerd begrijpen van de realiteit, waardoor we de werkelijkheid beleven op een manier die ons een dosis pijn bezorgt die niet nodig is. Het is niet een onbegrip op intellectueel niveau, maar heeft meer te maken met je ‘emotionele intelligentie’. Het betreft het zich niet bewust zijn van de drijfveren die je op dat moment in hun ban hebben. Je denkt dat je zuiver bezig bent, maar ondertussen word je gedreven door verlangen naar zintuiglijk genot, door geldingsdrang, door het verlangen naar zelfbevestiging, of door vernietigingsdrang. De boeddhistische psychologie stelt dat uiteindelijk al onze problemen voortkomen uit onwetendheid.

We kunnen ons leven lang blijven zoeken naar een fata morgana dat we menen te zien maar dat steeds net onbereikbaar is. Ons geluksverlangen creëert een beeld van wat geluk zou kunnen zijn, en dat geluk streven we na. We proberen datgene wat ons denkbeeld van levensgeluk in de weg staat te bestrijden of te vermijden. Zo creëren we beelden van de volmaakte partner, de ideale vakantie, de perfecte collega, de geïdealiseerde chef, ons ideale ‘zelf’, het volmaakte bestaan. Maar de werkelijkheid weet niets van onze denkbeelden af en gedraagt zich daar ook niet naar. De werkelijkheid kent zijn eigen wetten. Door onze bevangenheid in onze eigen voorstellingen en bijbehorende verlangens zijn we doof en blind voor de levenswetten. We zien de realiteit niet. Met andere woorden: we zijn onwetend (avijja) omdat we gevangen zijn in onze denkbeelden. En als de werkelijkheid niet beantwoordt aan onze ideaalbeelden, dat nemen we dit ‘de werkelijkheid’, ‘de anderen’, kwalijk en willen we revanche, zoeken een zondebok of roepen we een hogere macht aan met de hoop dat deze voor ons de rekening zal vereffenen. Maar de tweede Edele Waarheid roept ons op om niet omhoog te kijken, maar naar de realiteit en naar onze eigen denkbeelden. Hoe komen onze voorstellingen tot stand en hoe komt het dat we zo in onze voorstellingen zijn gaan leven dat we die voorstellingen voor realiteit houden?

Zen-_1_-2.gif

Uit het verlangen om ons te bevrijden van het lijden, van de levenspijn die we steeds voelen, creëren we allerlei denk- en doepatronen die ons juist onvrij maken en die lijden veroorzaken. Er ontstaat een soort paradijselijk verlangen naar een leven zonder angst en pijn. Dit verlangen leidt tot een vicieuze cirkel waar we niet uit komen en tot een eeuwigdurende kring van geboorte en wedergeboorte(samsara). Zo blijven we gebonden aan het rad van het leven, aan het geconditioneerde, afhankelijke bestaan. We zullen immers altijd teleurgesteld worden wanneer we onze begeerten volgen. Dit besef is de tweede Edele Waarheid. De Boeddha waarschuwt ons: ‘Bijt niet in het aas (d.i. genoegens) van de wereld, want lijden is het onvermijdelijke gevolg.’

De Boeddha heeft ons de ‘middenweg’ gewezen. Dat wil zeggen: bovenstaande begeerten (verlangens) kunnen niet uitgeroeid worden, ze zijn inherent aan het mens-zijn en op zichzelf niet goed of fout. Zo is het verlangen naar manifestatie op zich een gezond verlangen. Als je echter niet vaardig met dit verlangen omgaat kun je in de ban ervan raken en neemt deze drijfveer bezit van je. Je jaagt ambities na en komt bijv. in een carrièredwang. Je ziet de ander als je concurrent die je opzij moet zien te zetten. Je bent dan geen meester meer van jezelf. Je wilt steeds verder, steeds meer, steeds door, en hebt geen rem. Dit kan leiden tot stress, psychosomatische klachten, overspannenheid, onderdrukking van jezelf, onethisch gedrag ten opzichte van anderen. De middenweg bewandelen betekent dat we gezond dienen om te gaan met dit manifestatiestreven. Van belang is dat we ons bewust zijn van deze drijfveren en dat we ons er niet aan hechten. Wanneer we zelf de grenzen stellen hoever we willen gaan blijven we meester van onszelf.


Bron: http://home.wanadoo.nl

Klik hier om te weten:

Deel 1 : http://www.buddhachannel.tv/portail/spip.php?article15195

Deel 3 : http://www.buddhachannel.tv/portail/spip.php?article15201

Deel 4 : http://www.buddhachannel.tv/portail/spip.php?article15207

Vorig artikelReligieuze leiders tegen stigmatisering hiv-gëinfecteerden
Volgend artikelGevolgen van het eten van vlees