Meer dan symptoombestrijding
Duidelijk is dat het opbouwen van zo’n infrastructuur meer is dan symptoombestrijding. Tot nu toe heeft dat de meeste aandacht gehad. Er zal nu een andere koers moeten worden gevolgd. Ook de vredesbeweging heeft zich tot nu toe in haar strijd tegen het geweld vooral gericht op symptoombestrijding en dan nog voornamelijk met betrekking tot het militaire geweld. De ervaring heeft geleerd dat deze strategie te weinig oplevert. Velen erkennen dat de vredesbeweging in het algemeen gelijk heeft, maar zien het militaire geweld als een noodzakelijk kwaad, als laatste redmiddel dat staten in deze wereld nu eenmaal nodig hebben om hun soevereiniteit te handhaven en om eventueel elders mensenrechten te beschermen. Aan het persoonlijke geweld in de eigen samenleving heeft de vredesbeweging weinig aandacht geschonken. Dat geweld wordt aangeduid als ‘zinloos geweld’ waartegen andere organisaties strijden. Ook deze beperken zich helaas voornamelijk tot symptoombestrijding. Militair geweld en zinloos geweld zijn symptomen van onze cultuur. Een cultuur die door de Nobelprijswinnaars van de Vrede een ‘Cultuur van Geweld’ wordt genoemd. Het is daarom dat zijn pleiten voor een ‘Cultuur van Geweldloosheid’.
De VN hebben, zoals gezegd, de oproep van de Nobelprijswinnaars overgenomen door het eerste decennium van deze eeuw uit te roepen tot het ‘Decennium voor een cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de kinderen van de wereld’. Als we in dat decennium daaraan gehoor willen geven zullen we dus meer moeten doen dan symptoombestrijding. Het gaat dan om het opbouwen van een passende infrastructuur.
Samenwerkende NGO’s
Wachten op initiatieven van de regering op dit terrein lijkt geen goede strategie. Na meer dan een jaar heeft zij nog niet bekend gemaakt welke stappen zij denkt te ondernemen om aan de oproep van de VN gehoor te geven. Heeft dit te maken met dezelfde overwegingen om bij de stemming in de VN over deze zaak zich van stemming te onthouden? Heeft onze regering geen belang bij een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid? Of heeft ze te weinig zicht op wat een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid eigenlijk is en vreest ze onverwachte ontwikkelingen bijvoorbeeld bij defensie? Veronderstellingen die, gezien het belang van de zaak waarom het gaat, zo spoedig mogelijk door concrete beleidsvoornemens dienen te worden vervangen.
Daarvoor is wel druk nodig vanuit de bevolking. Dat is gebleken bij andere culturele omvormingen zoals het afschaffen van de slavernij en het opkomen voor mensenrechten. Het waren NGO’s die toen het voortouw namen, een niet aflatende activiteit toonden, en zo de regeringen onder druk zetten om maatregelen te nemen. Zo lijkt het ook te moeten gaan met het opbouwen van een infrastructuur voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. Ook nu zullen NGO’s in onderlinge samenwerking het voortouw moeten nemen. Daarbij is in de eerste plaats te denken aan groepen uit de vredesbeweging, organisaties m.b.t. ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten organisaties, hulporganisaties e.d.
Platform.
In de vredesbeweging is al een begin gemaakt met de oprichting van het ‘Platform voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid’. Daarin werken een tiental organisaties samen om in het komende decennium activiteiten te ontplooien die leiden naar een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid.
Dit Platform ziet drie hoofdtaken:
1. Bewustwording van bevolking en politici dat we leven in een Cultuur van Geweld en dat we in het decennium 2001-2010 moeten werken aan een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid.
2. Samenwerken met andere organisaties ter verkrijging van de eerste aanzetten van een infrastructuur voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid.
3. Bevorderen van onderwijs in geweldloze conflictoplossing op scholen.
Bewustwording
Aan een ‘Cultuur van Vrede en Geweldloosheid’, en een daarbij passende
infrastructuur, kan alleen met succes worden gewerkt als de regering daaraan meewerkt. Dat vereist, zoals gezegd, druk vanuit de bevolking. Die druk tot stand kunnen komen als een groot deel van de bevolking het nut van zo’n cultuur inziet. Dat laatste is het geval als de mensen er van overtuigd zijn dat duurzame conflictoplossingen een geweldloze aanpak verlangen. Daartoe dienen de mensen op de hoogte te zijn van de vele mogelijkheden van een geweldloze aanpak.
Dat betekent dat bewustwording van de bevolking (vooral van opinieleiders en politici) een belangrijke activiteit is. Het klimaat lijkt gunstig. Talloze verschijnselen wijzen er op dat men zich in diverse sectoren van de samenleving kritisch bezint op alternatieven voor zowel het militaire als, wat men noemt, het zinloze geweld. Streven naar een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid via bovengenoemde drie activiteiten betekent dat we met een allereerste begin van geweldloze conflictbeheersing bezig zijn, maar met een begin dat een belangrijke voorwaarde is voor het realiseren van de nodige infrastructuur en als zodanig dus met een essenti‘el begin voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. Bij al onze activiteiten zal steeds als perspectief het doel op lange termijn ‘de infrastructuur’ voor ogen moeten staan om te voorkomen dat we telkens vervallen in symptoombestrijding.
Bron : http://www.geweldloosactief.nl