Oproep van de VN
In het kader van het ‘Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid’ (2001-2010) heeft de Algemene Vergadering van de VN haar lidstaten opgeroepen om de bevolking op alle niveaus van de samenleving vertrouwd te maken met de theorie en de praktijk van de geweldloze conflictoplossing. Blijkbaar zien de VN dat het ene zonder het andere niet mogelijk is. Dat is terecht. Maar de indruk wordt wel gewekt dat zo’n leerproces onder de bevolking een voorwaarde is voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. Je zou ook het tegenovergestelde kunnen zeggen: er is een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid nodig om zo’n leerproces te kunnen realiseren. Hoe het ook zij, een leerproces met betrekking tot geweldloze conflictoplossing op alle niveaus van de samenleving is een belangrijk facet van een geweldloze cultuur. Maar het is maar één facet. Er zijn er meer.
Kenmerken
Wat houdt een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid in? Zo’n cultuur wordt gekenmerkt door:
1. Een politiek beleid dat niet alleen gerechtigheid bevordert maar ook waarmaakt, waardoor spanningen en conflicten zoveel mogelijk worden voorkomen.
2. Voor het geval zich spanningen en conflicten voordoen – wat ook in een maatschappij die wordt getypeerd door een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid niet uitgesloten is – dienen op verschillende niveaus van de samenleving geweldloze preventieve maatregelen genomen te kunnen worden, opdat conflicten niet escaleren tot geweld: de z.g. conflictpreventie.
3. Indien het conflict, ondanks die preventieve maatregelen, toch nog is uitgelopen op geweld: dient de mogelijkheid te bestaan geweld-deëscalerende maatregelen te nemen: de z.g. peacemaking
4. Na het beëindigen van het conflict dienen vreedzame relaties te kunnen worden gerealiseerd: de z.g. peacebuilding. (Bij deze vier punten ontbreekt ‘peacekeeping’ omdat deze vorm van vredeshandhaving niet of slechts zeer incidenteel nodig is als conflicten geweldloos worden opgelost. Peacemaking gaat dan over in peacebuilding.)
Infrastructuur
Evenals iedere cultuur kan ook de Cultuur van Vrede en Geweldloosheid alleen dan goed functioneren en duurzaam zijn als er een passende infrastructuur (het geheel aan voorzieningen) is opgebouwd. Die infrastructuur omvat meer dan de mogelijkheden van het hierboven genoemde leerproces.
1. Een politiek die gerechtigheid bevordert en waarmaakt, maakt gerechtigheid voelbaar op alle niveaus van de samenleving. Dat veronderstelt een infrastructuur met een netwerk van organisaties, instellingen en instituties die participeren in het bewust geweldloos omgaan met hun interne en externe spanningen en conflicten. Als zodanig kunnen worden genoemd: vredesorganisaties, mensenrechtenorganisaties, andere NGO’s (niet-gouvernementele organisaties), onderwijs, trainingscentra, gezondheidsorganen, sociale instellingen, media, kunstwereld, wetenschappelijke wereld, bedrijfsleven, regering, politieke partijen, politie. Dat is nog al wat, zult u zeggen. Maar laten we niet vergeten dat het gaat om een omslag van onze cultuur en dat is inderdaad nogal wat.
2. tot 4. Voor het geweldloos omgaan met conflicten – als die zich zowel nationaal als internationaal voordoen vóór, tijdens en na eventueel geweld – zullen nieuwe instituten moeten worden geschapen en bestaande moeten worden bijgesteld. Het is duidelijk dat de bestaande organisaties, instituten en instellingen daarvoor niet of onvoldoende zijn toegerust. Als we nagaan welke nieuwe instituten we nodig hebben, dan krijgen we daar wellicht het meeste zicht op als we een onderscheid maken tussen individueel geweld en groepsgeweld.
Voor het omgaan met individueel geweld in de samenleving dienen het politieapparaat en de rechtspraak. Dat kan zo blijven, zij het dat ze in hun opleiding training in geweldloos denken en handelen moeten inbouwen. De eerste schuchtere pogingen worden al overwogen.
Het geweldloos omgaan met groepsgeweld vraagt:
Een vroegtijdig alarmsysteem (early warning) en een daarbij passend cošrdinatieorgaan. Van belang is dat daarbij gebruik kan worden gemaakt van de kennis en ervaringen van medewerkers van diverse NGO’s. In het kader van internationale conflicten betekent dat het cre‘ren van een netwerk van samenwerkende NGO’s, die in verschillende landen actief zijn op het gebied van het beschermen van mensenrechten, vredeswerk, ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp e.d.
Een nationaal en internationaal netwerk van wetenschappelijke onderzoeksinstituten t.b.v. onderzoek naar de oorzaken van spanningen en conflicten, naar de ontwikkelingen die spanningen en conflicten doormaken en naar de resultaten van gewelddadige en geweldloze strategie‘n, tactieken en middelen bij pogingen tot conflictbeheersing.
Een nationaal en internationaal netwerk van documentatie- en informatie centra waar alle informatie kan worden verkregen en van waaruit informatie aan de media kan worden verstrekt.
Een nationaal en internationaal netwerk van opleidingsinstituten ten behoeve van de educatie van de bevolking op verschillende niveaus van de samenleving. Hierbij wordt uitgegaan van de wenselijkheid dat groepen zelf hun conflicten geweldloos kunnen oplossen. Dat netwerk bevat ook instituten voor de opleiding van geschoolde vredeswerkers die ingezet kunnen worden bij internationale conflicten.
Een instantie die na early warning, op basis van conflictanalyse, kan bepalen welke early action nodig is. In geval van internationale conflicten kan het gaan om waarnemingsmissies bij b.v. verkiezingen, vredesmissies bij dreigend geweld, missies bij grove schending van mensenrechten, humanitaire hulp e.d. – Een netwerk van instituten die geschoolde vredeswerkers kunnen uitzenden naar of tewerkstellen in gebieden waar conflicten dreigen uit te lopen in openlijk geweld. Een cošrdinerend orgaan met een ‘pool’ van medewerkers is hier zeker nodig.
Een orgaan voor fondswerving ten behoeve van NGO’s die onafhankelijk van de regering werken.
Een wettelijke regeling, waarbij de instanties die bij de opleiding en uitzending zijn betrokken toch onafhankelijk blijven van de overheid.
Bron : http://www.geweldloosactief.nl