Over het Boeddisme
KARMA
Karma
Schakel 2 van de keten beschrijft, dat er iets in onze geest opduikt.
Waar komt dat vandaan?
Zijn dat willekeurige en toevallige oprispingen?
Volgens talrijke boeddhistische tradities is daar geen sprake van.
Alles wat wij ooit in dit of een vorig leven gedaan hebben heeft zich in ons basisbewustzijn genesteld.
Wij dragen ons verleden met ons mee. Dat zijn de karmische zaden.
En vroeg of laat komen die weer boven.
De vraag is dan hoe we daarmee omgaan. Daar lopen de wegen uiteen. Is karma ons lot?
Zijn we een product van ons verleden, van vorige levens en dit leven, van natuur en opvoeding? Zijn we gedetermineerd?
Is er wel een vrije wil? Als we vanuit een fatalistische visie zeggen:
‘dat is mijn karma’ en daar gelaten onder zijn, dan is dat niet erg boeddhistisch.
Want de Boeddha is wel van mening, dat alles wat wij gedaan hebben zich in ons basisbewustzijn heeft gegrift.
En dat die inprenting onze toekomst kan bepalen.
Wat dat betreft gaat de wet van oorzaak en gevolg geheel op.
Maar de Boeddha zegt ook, dat we de keten kunnen doorbreken.
Daarover gaat het volgende stuk.