Home Spaces Boeddhistische Bouddhisme Milarepa — Het lied van de galopperende hengst

Milarepa — Het lied van de galopperende hengst

57
0

Milarepa

Het lied van de galopperende hengst


Milarepa
Milarepa




Ik buig mij neer aan de voeten van Marpa de Mededogende.
In de kluizenaarsgrot, mijn lichaam,
in de tempel van mijn borst,
op de top van de driehoek van mijn hart,
vliegt de hengst, mijn denken, voort als de wind.

Als ik hem probeer te vangen, welke lasso moet ik dan nemen?
Als ik hem probeer vast te binden, aan welke paal bind ik hem vast?
Als hij hongerig is, welk voer geef ik hem?
Als hij dorst heeft, wat zal ik met zijn water vermengen?
Als hij het koud heeft, binnen welke muren zal ik hem bescherming geven?

Als ik hem vang, vang ik hem met de lasso van het onvoorwaardelijke.
Als ik hem vastbind, zal het zijn aan de paal van diepe meditatie.
Als hij honger heeft, voed ik hem met de voorschriften van de lama.
Als hij dorst heeft, zal ik hem water geven bij de eeuwige stroom van alertheid.
Als hij het koud heeft, zal ik hem beschutting geven binnen de muren van leegte.

Voor zadel en bit gebruik ik vaardig handelen en wijsheid.
Ik zal hem uitrusten met de sterke hulpteugel van onveranderlijkheid.
Ik zal de teugels van de levenskrachtige energie vasthouden.
Het kind van gewaarzijn zal hem berijden.
Als helm draagt hij de verlichte houding van de mahayana.
Zijn maliënkolder is gemaakt van luisteren, vragen stellen en mediteren.

Op zijn rug draagt hij schild van geduld.
Hij draagt de lans van volmaakt zien.
Aan zijn zijde draagt hij het zwaard van kennis.

Als de pijl van het bron-bewustzijn buigt,
zal hij hem zonder boosheid rechtbuigen.
Hij zal hem voorzien van de veren van de vier grenzeloze gevoelens.
Hij zal het uiteinde voorzien van de scherpe punt van inzicht.
Op de boog van de leegte der dingen zet hij de diepe keep van mededogend vaardig handelen.

Terwijl hij de oneindigheid van non-dualiteit afmeet,
schiet hij zijn pijlen door de wereld.
Degenen die hij zal raken zijn de gelovigen.
Wat hij zal doden is de gehechtheid aan je ego.

Zo zal hij, als vijand, begeerte en misvattingen verslaan.
Als vriend zal hij de levende wezens van de zes werelden beschermen.
Als hij galoppeert, galoppeert hij over de vlakte van grote gelukzaligheid.
Als hij volhardt, bereikt hij het niveau van de overwinnende boeddha.
Als hij achteruit gaat doorsnijdt hij de wortel van samsara.
Als hij vooruit gaat bereikt hij het hoogland van boeddhaschap.
Zo ’n paard berijdend bereikt men de hoogste verlichting.

Uit : ‘Het Leven van Milarepa’, eng. vert. Lobsang P. Lhalungpa, ned. vert. Robert Hartzema. Uitgeverij Karnak, Amsterdam 1994.

www.vwbo.nl




Vorig artikelKrijgt uw kind binnenkort meditatie op school?
Volgend artikelZandmandala