Home Spaces Boeddhistische Animaux Jak, een dier van Tibet

Jak, een dier van Tibet

64
0

Kenmerken

Een wilde jakstier kan van kop tot staart een lengte van 3,25 meter, een schouderhoogte van 2 meter en een gewicht van 1000 kilo bereiken. De koeien zijn beduidend kleiner en wegen zelden meer dan 350 kilo. Getemde jaks worden niet zo groot als wilde jaks. Tamme stieren hebben een schofthoogte van 112 tot 120 cm. Koeien zijn met 107 tot 112 cm iets kleiner. Stieren bereiken een gewicht van 400 kg. Koeien worden 250 tot 280 kg zwaar.

Zowel wilde als tamme jaks hebben een volledig behaarde kop, hoog opstaande schouders en krachtige, sterk behaarde, ledematen. Een lange vacht, die tot op de bodem reikt, beschermt jaks tegen de kou. Een wilde jak is zwart-bruin van kleur. Tamme jaks komen in meerdere kleurvarianten voor: bruin, zwart, rood, wit, of gevlekt. Stieren hebben hoorns die naar buiten en omhoog zijn gericht. De hoorns kunnen een meter lang worden. De hoorns van de koeien zijn veel kleiner en onregelmatiger van vorm.

tibetan_yaks.gif

Verspreiding

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied omvatte de Himalaya, Tibet en grote delen van de Chinese provincies Sinkiang en Qinghai. Tegenwoordig zijn de wilde jaks grotendeels uitgestorven. Hun leefruimte bestaat uit rotssteppen tot een hoogte van 6100 meter. In de koudere jaargetijden trekken ze naar lagere regionen. Jaks kunnen heel goed klimmen, beter dan mensen. Ze kunnen boven de 3000 meter leven. Daarom worden ze ook gebruikt als vervoermiddel. Van jakmelk wordt boter gemaakt, waarvan door de Tibetanen ook (boter)thee wordt gemaakt. Van de haren worden kleren en tenten gemaakt. Van de mest worden droge mestkoeken gemaakt, die als brandstof te gebruiken zijn.

Bron :http://nl.wikipedia.org




Vorig artikelJataka : De oneerlijke vriend
Volgend artikelThokcha