Home Spaces Boeddhistische Bouddhisme Herstel van de pagodes in Korea

Herstel van de pagodes in Korea

49
0

De twee pagodas die er inderdaad niet best aan toe zijn werden tijdens het Verenigd Silla-rijk gebouwd, 668 – 935, en zullen begin 2007 weer in volle glorie te zien zijn.

Alle technologie die nu voorhanden is gaat ook gebruikt worden, inclusief een 3D-scanner, video-microscopie en chemische testmethoden.
Ook in 1959 werd de West Pagoda al eens uit elkaar gehaald, en werden reparaties uitgevoerd met cement en ijzeren staven ter versterking. Precies dat laatste is nu het probleem geworden.

De drielagige tweeling-pagoda van Kamunsa behoort tot de Nationale Erfstukken.

pagode-twin.gif

Een bron (whatsonkorea.com) meldt dat de eerste Koreaanse pagodas van hout waren. Daar is er geen van over. De oudste houten Koreaanse pagoda staat afgebeeld op een aantal schilderingen. Het was een negenlagig gebouw uit de Whang Ryong-tempel, gebouwd tijdens het Silla-Rijk.

Vanaf de Baekje (of Paekje)-tijd werden pagodas van steen gemaakt, bijvoorbeeld een vijflagige behorend tot de Jeong Rim-tempel. Die eerste pagodas werden opgebouwd uit kleine stenen, en het aardige is dat pelgrims op weg naar bepaalde tempels in de bergen langs de kant van de weg nog steeds hele kleine pagodatjes bouwen uit handig op elkaar gestapelde kiezels.

In die genoemde periode werd echter ook begonnen met de bouw van granieten pagodas, ongeveer zoals de nu onderhanden zijnde tweeling-pagoda. Vanaf het moment dat baksteen een bouwmateriaal werd, vinden we ook bakstenen pagodas.

Werd een pagoda binnen in een tempelhal gebouwd, dan werd deze over het algemeen uitgevoerd in halfedelstenen.

pagode-mireuk2.gif

Vergelijken we de Kamun en andere Koreaanse pagodas met bijvoorbeeld die van het Indiase Sanchi die in de derde eeuw vWJ werd gebouwd door koning Asoka, dan merken we op dat de Koreaanse versie alleen de basis en de parasol-structuur van de oudere pagodas of stoepas heeft behouden.

Na de overlijdenspagoda te Kushinagar, die waaronder Boeddha’s as werd begraven, kreeg de stoepa een meer gestileerde, architecturale vorm. Helemaal beneden bevinden zich twee vierkante platforms, de een boven de ander, en de onderste groter dan de bovenste. Ze zijn bereikbaar door een dubbele trap (sopāņa). Met hun scherpe hoeken verbeelden de twee platforms de mensenwereld met zijn scherpe kantjes. Deze twee platforms (medhi) zijn de twee paden waarop men met de rechterschouder naar de bolvormige koepel gekeerd kan circumambuleren. De kolommen die we hier en daar rond deze medhi aantreffen zijn als het ware een demarcatie met de buitenwereld; wie er niets te zoeken heeft betreedt ze niet. Op deze medhi staat een bolvormige massieve koepel, de aņda die volgens velen het universum verbeeldt dat helemaal compleet is, en volmaakt, en waar niets aan toegevoegd kan worden, noch kan er iets uit verdwijnen – een perfecte weergave van de Mahayana-leer die nota bene voor het eerst gestalte werd gegeven in wat we de Pali-periode van het boeddhisme mogen noemen.

pagode-kamunsa.gif

Boven op die bolvorm staat de zogenaamde harmikā, een vierkante constructie, omgeven door een balustrade. De harmikā staat voor de Vier Nobele Waarheden: dat er ongemakken (lijden, doekkha) zijn, dat er een oorzaak voor die ongemakken is, dat er een eind aan die ongemakken mogelijk is, en dat er een weg is om dat eind te bereiken.

Bovenop de harmikā staan een tot drie parasols (chattra, spreek: tsjátra, respectievelijk chattrāvalī) boven elkaar gemonteerd die oorspronkelijk alleen gebruikt mochten worden voor vorsten. De een- tot drielagige parasol gaf de koninklijke waardigheid aan en beschermde tegen de zon. Binnen de boeddhistische context staan ze voor de grote waardigheid van de Boeddha-Dharma, en symboliseert de spits ervan het doel van de weg naar het eind aan doekkha.

De hele stūpa wordt traditioneel omsloten door een uit steen gebeiteld hekwerk met vier poorten (tóraņa), een op iedere windrichting. Dankzij deze omheining bevindt de cultivator zich daarbinnen als het ware, althans visueel, in een enigszins van de woelige buitenwereld afgesloten gebied.

In het Koreaanse voorbeeld, maar ook in Chinese – voorzover behorend tot het boeddhisme – lijken de drie of meer lagen van de naar de parasol-structuur ontworpen pagoda telkens aspecten van het boeddhisme te verbeelden. Ofwel verbeelden ze de drie rijken van vorm, nog-net-niet-voorbij-vorm en van niet-meer-vorm, ofwel verbeelden ze andere aspecten zoals de Vier Edele.

pagode-12.gif

Restauratie in Korea, januari 2009

Bij het afbreken, om hem weer te kunnen opbouwen, van een pagoda bij de Mireuk-tempel in Iksan in Korea werd onderandere een gouden urn gevonden waarin de as van een overledene wordt bewaard.

Mireuk is koreaans voor Maitreya. De pagoda werd gebouwd tijdens de regering van koning Mu die regeerde tussen 600 en 641.

Wanneer een pagoda, of een stūpa wordt gebouwd, wordt er per traditie iets van waarde in gestopt, of die waarde nu in geld kan worden uitgedrukt of niet.

De Mireuk-pagoda is de oudste die nog over is en vertoont de architecturale en bouwtechnische karakteristieken van de Baekje-periode. Van wie de as of de relieken zijn, is niet bekend.


Bron : www.buddha-dharma.eu




Vorig artikelTheravada Boeddhisme
Volgend artikelDeense kersttradities