Home Spaces Boeddhistische Alimentation Vegetarisme 2/2

Vegetarisme 2/2

51
0

veg5.gif

Argumenten voor het vegetarisme

Medeleven met dieren: dit motief kan voortkomen uit een afkeer van de bio-industrie of bezwaar tegen het doden van dieren.

De zorg voor het milieu (lucht, bodem, water): Het mestoverschot (ammoniak) en de gebruikte medicijnen belasten het milieu. Recent wordt om deze reden onder andere door de Partij voor de Dieren, GroenLinks en milieubewegingen krachtig gepleit voor vleesloze dagen in de strijd tegen het broeikaseffect.

Religieuze of spirituele redenen: onder andere hindoeïsme, boeddhisme en jainisme gaan uit van ahimsa = “niet kwetsen”; strikt uitgelegd leidt dit tot een vegetarisch dieet. Joden en moslims eten geen varkensvlees, hindoes eten geen rundvlees, of zijn zelfs halfveganisten (Vaishnavisme) (nuttigen wel zuivelproducten, maar geen vis vlees en ei), Jain zijn hoofdzakelijk fruitariërs, sommigen nuttigen nog melk. Mensen die in reïncarnatie geloven, voelen schroom voor de mogelijke consumptie van een familielid. Veel Zevendedagsadventisten zijn vegetariër, hoewel hun geloof het eten van vlees slechts beperkt. Ook aanhangers van andere religies met een beperkt vleesdieet, eten in een gemengd gezelschap liever uitsluitend vegetarisch, om het risico te vermijden, dat ze per ongeluk toch verkeerd vlees zouden eten. De Griekse filosoof en wiskundige Pythagoras geloofde in zielsverhuizing en was vegetariër.

Redenen van menselijke gezondheid: sommige studies beweren dat vegetariërs gezonder zijn en langer leven dan vleeseters. Ook zijn er studies die erop wijzen dat de consumptie van vis en gevogelte gezonder is dan die van wild, rund- en varkensvlees. Er zijn ook studies die bewijzen dat vegetariërs minder kans hebben op sommige vormen van kanker (soms zelfs tot 50% minder kans) en hartklachten. Ook verlaagt een vegetarisch dieet de kans op galstenen, nierstenen en osteoporose. Ook is bekend dat voor sommige mensen het niet eten van vlees bloeddrukverlagend werkt. Zeker is dit allemaal echter niet, zie “vegetarisme en gezondheid”.

Het wereldvoedselprobleem: het voedsel dat nu gebruikt wordt voor de groei van dieren (lees: de vleesproductie) kan efficiënter aangewend worden om de honger of een voedselcrisis te bestrijden. Een dier eet vele malen meer voedsel dan het via de slacht uiteindelijk zal opleveren. Men kan dus vegetariër worden uit solidariteit met de hongerende medemens.

Kritieken op het vegetarisme

Biologie: De mens, als dier, is een alleseter en kan zowel vlees als groente consumeren. Hoewel dit een mogelijkheid tot kiezen suggereert, leidt het afzien van eender welke voedselbron op den duur tot een tekort aan wezenlijke bouwstoffen.

Gezondheid: Studies wijzen uit dat er een kans bestaat dat men als vegetariër op den duur een vitamine B12-tekort kan oplopen. Bij vegetariërs die eieren en zuivel gebruiken komt een vitamine B12-tekort echter niet vaker voor dan bij niet-vegetariërs.

Silver bullet: Omdat het vegetarisme in de maatschappij vaak als uiterst gezond wordt voorgesteld, bestaat het gevaar dat er zonder de nodige voorbereiding wordt overgeschakeld op een dieet. Men kan door de positieve berichtgeving onterecht veronderstellen dat het vegetarisme een “silver bullet” is waarmee alle problemen, bijvoorbeeld op het vlak van de gezondheid, opgelost kunnen worden. Voorbereiding is wezenlijk[bron?] maar helaas wordt meer dan eens gezondigd tegen dit beginsel.

Kennis: Door de aard van het dieet (voorwaarde) is een grondige voedingskennis vereist om een uitgebalanceerd dieet te kunnen samenstellen. Dat is niet voor iedereen een even grote vanzelfsprekendheid.

Onderstaande argumenten zijn niet zozeer kritiek, maar argumenten om geen vegetariër te worden:

Moeilijk om volhardend te zijn: dierlijke producten zijn zo ingeburgerd in onze samenleving dat het een hele opgave is om strikt vegetarisch te zijn. Voor veel mensen is dit een reden om af te zien van het vegetariër zijn. Veel vegetariërs worden ook geconfronteerd met vragen en opmerkingen omtrent enige tegenspraak in hun gedrag: “als je echt tegen dierenleed bent, dan mag je ook geen melk drinken, eieren en gelatinehoudende producten eten, etc.”. Een argument daartegen is: beter inconsistent goed, dan consistent fout. Parttime vegetarisme is daardoor ook met dezelfde argumenten uit te leggen.

Niet zonder vlees kunnen: veel mensen geven aan dat vlees een onmisbaar onderdeel van hun dagelijkse voedingspakket is. Dit argument is, meestentijds, vooral gebaseerd op de smaaksensatie die vlees teweeg brengt. Lekker eten zonder vlees vinden zij onmogelijk. Dit is natuurlijk altijd een kwestie van smaak, hoewel veel vleeseters wel toegeven dat bepaalde gerechten ook zonder vlees kunnen. Vooral Italiaanse gerechten zoals pasta en pizza kunnen vol van smaak zijn zonder vlees. Voor deze mensen is parttime vegetarisme wellicht te overwegen is.

Vegetarisch eten

Het is mogelijk om vegetarisch te eten door het vlees uit een maaltijd weg te laten, maar een vegetariër past meestal het voedingspatroon aan. Er wordt veel gebruikgemaakt van pasta, rijst, couscous, aangevuld met peulvruchten en groentes. Ook kiest men geregeld voor een vleesvervanger. Die term is wat verwarrend omdat de meeste vegetariërs een voedingspatroon hebben waarbij gevarieerd eten centraal staat. Het woord veronderstelt dat een onderdeel uit het gangbare menu vervangen zou moeten worden. Beter is te spreken van plantaardig eiwit. Bij de voeding over een hele dag zal een vegetariër letten op z.g. complementaire eiwitten. In tegenstelling tot een vleesproduct moet vegetarische voeding worden samengesteld. De van nature aanwezige hoogwaardig samengestelde eiwitten (alle aminozuren zijn in één product aanwezig) van vlees, eieren en zuivel hebben ook een nadeel: ze moeten door de spijsvertering worden afgebroken, waarbij dan stoffen als ammoniak vrijkomen die van nadelige invloed kunnen zijn op de vitamine D-opname.

De vegetariër stelt de noodzakelijke eiwitten samen met elkaar aanvullende, plantaardige eiwitten die samen even hoogwaardig zijn als van dierlijke producten. Dit kan door een combinatie van granen en peulvruchten die elk een aminozuur in ruimere mate bezitten die de andere net een beetje minder hebben. Zo bevatten granen de aminozuren methionine en cysteïne die in peulvruchten minder aanwezig zijn. Die peulvruchten bevatten echter het aminozuur lysine in grote hoeveelheden, dat weer minder in granen is terug te vinden. Daarnaast moet de vegetariër er op letten dat hij extra voedingsstoffen via de maaltijd binnen krijgt: (met name wezenlijke vetzuren, vitamine B12 en ijzer), zodat hij een volwaardige maaltijd nuttigt en geen tekorten oploopt (overigens geldt dit ook voor vleeseters; vlees is nooit een vervanger van goed en gevarieerd voedsel). De laatste onderzoeken en inzichten laten zien dat de variatie van peulvruchten en granen niet in één maaltijd hoeft voor te komen.

Vooral vitamine B12 is belangrijk om op te letten. Dit is een vitamine die slechts voorkomt in dierlijke producten. Een veganist zal daarom deze beslist noodzakelijke voedingsstof via pillen tot zich moeten nemen. De aanvulling van B12 via voeding kan komen uit zuivel- en eiproducten. Daar bovenop geven zuivel en eiproducten ook meer noodzakelijke voedingsstoffen. Net zoals ijzerrijke groenten en vruchten als vijgen, broccoli en witlof. Vaak worden in een vegetarisch gerecht noten (ook een eiwitbron), vegetarische kaas, linzen en producten als tofoe of tempeh, (gemaakt van de sojaboon), gebruikt.

Verder kan er een tekort aan het aminozuur carnitine ontstaan. Carnitine wordt door het lichaam zelf aangemaakt, maar bij strikte vegetariërs kan er toch een tekort optreden.

In de hedendaagse supermarkt zijn vaak vleesvervangende producten verkrijgbaar, meestal gemaakt van soja, schimmelculturen of zuivel. Sommige zijn gevormd naar een type vlees, zoals vegetarisch gehakt of een vegetarische hamburger. Andere staan meer op zichzelf, zoals een kaasburger of gekruide stukjes tofoe.

Bron : http://nl.wikipedia.org

Vorig artikelVegetarisme 1/2
Volgend artikelIndiase keuken