Home Spaces Boeddhistische Interreligieux Shintoïsme in Japan

Shintoïsme in Japan

54
0

Geschiedenis en herkomst

Shintoïsme is een mengeling van oude godsdiensten en religieuze riten die al sinds de oudheid in Japan hebben bestaan. De eerste Shintoïstische geschriften dateren uit het begin van de 8e eeuw na Chr. en beschrijven mythes, gebeden en religieuze riten. Het is echter niet bekend hoe nauwkeurig die beschrijvingen deze vroege religieuze praktijken weergeven.

Het schijnt dat de oude godsdiensten van Japan animistisch van aard waren, gericht op een bovennatuurlijke kracht, inherent aan de natuur. De agrarische kalender en de maanfasen speelden een belangrijke rol, evenals de trouw aan je stam of geslacht. Plaatselijke sjamanen vertegenwoordigden de goden (kami) en hielden de kwade geesten op een afstand.
De wortels van de hedendaagse Japanse dans, kunst, literatuur en muziek kunnen herleid worden tot de oude sjamaanse rites.

Het Boeddhisme, Confucianisme en Taoïsme kwamen in de 6e eeuw na Christus naar Japan. Als gevolg hiervan werden de oude Japanse godsdiensten langzamerhand meer verfijnd en specifiek. De vele plaatselijke goden groeiden uit tot een mengelmoes van goden; officiële heiligdommen zwakten het belang af van plaatselijke gewoonten en sjamanen.

shintoisme_garde.gif

Boeddhisme en Shintoïsme

Rond 593 na Chr. werd het Boeddhisme de nationale godsdienst. Dit bracht eenheid in Japan, na jarenlange stammenoorlogen. De stammen volgden echter nog steeds de oude Shintoïstische ideeën en hielden de traditie in ere. Tegen het einde van de 7e eeuw probeerden diverse keizers eenheid te krijgen door nadrukkelijk gelijke waarde te hechten aan zowel shintoïstische- als boeddhistische riten. Tegelijkertijd werd echter het Shintoïsme meer naar de voorgrond geschoven en een sterkere nationale identiteit gegeven door connecties met de keizerlijke familie. De keizerlijke stamboom kon men terugvoeren via echte en legendarische keizers en keizerinnen tot Amatersau, de zonnegodin en overgrootmoeder van de eerste keizer.
Het keizerlijke hof had de eerste historische verhalen van het Shintoïsme laten schrijven als deel van zijn aanspraak op de afstamming van Amatersau. De Kojiki (mythen) werd in 712 geschreven en de Nihongi (rituelen, gebeden) in 720.

Vanaf de 8e tot de 17e eeuw hadden het Boeddhisme en Shintoïsme een veelbetekenende wisselwerking. Voor de Japanners was de Heian periode van 794-1185 de bloei van klassieke cultuur. Gedurende die tijd introduceerden Japanse boeddhisten de leer van honji suijaku, wat betekent ‘de manifestatie van de ware aard’. Deze leer verbond alle boeddha’s en bodhisattva’s (zie uitleg beneden) met goden uit het Shintoïsme. Men geloofde dat deze goden uitdrukkingen waren van boeddha’s of bewakers. Boeddhisme was de ware aard, waarvan de goden uit het Shintoïsme zichtbare sporen waren.
Als reactie op deze eenwording, ontwikkelde zich aan het einde van de 13e eeuw een school van ‘gezuiverd Shintoïsme’. De volgelingen lieten de boeddhistische invloed vallen en op het belang van het heiligdom werd de nadruk gelegd. Een diep besef van het unieke van de Japanse geestelijke traditie en de goddelijke aard van zijn keizerlijke familie gaven de Shintoschool een sterke identiteit.

Dezelfde school adopteerde omgekeerd de honji suijaku-leer, door de boeddha’s en bodhisattva’s te beschouwen als zichtbare sporen van de echte Shintoïstische goden.

shintoiste_autel.gif

Nationalisme en Shintoïsme

Gedurende de 17e , 18e en 19e eeuw werd het Shintoïsme in toenemende mate betrokken bij nationalistische ideologieën, terwijl een militaire regering eenheid en vrede bracht. Francis Xavier introduceerde het Christendom in Japan en hiermee begon de ‘Christelijke Eeuw’ (1549-1649), waarin naar schatting ongeveer 10 procent van de bevolking christen is geweest (Rooms Katholiek). Daarna werd echter het christelijk geloof door de regering verboden als onderdeel van een campagne tegen buitenlandse invloeden. Boeddhisme werd tot staatsgodsdienst uitgeroepen en idealen van Confucius werden aangeprezen om trouw aan de staat en een besef van morele plichten te bewerken. Naar gelang deze periode voortduurde werd het Shintoïsme door zijn volgelingen aangeprezen als historisch en wezenlijk Japans.

Zijn aanspraak op de heiligheid van nationale tradities en de legendarische goddelijkheid van de keizerlijke familie, hielpen mee om een wantrouwen en afkeer op te wekken van buitenlandse gebruiken.

In 1868 werd de militaire regering ten val gebracht en het feodale systeem zakte daardoor in elkaar. Een nieuw parlementair systeem werd in 1889 geïntroduceerd onder invloed van de Westerse democratie. Een ‘niet-godsdienstig’ Shintoïsme werd gepropageerd waarbij men weer de nadruk legde op de goddelijkheid van de keizer en het unieke van Japan. De idealen van Confucius zoals trouw en respect voor je ouders en de oudere generatie, werden ook door de regering gepropageerd.

shintoisme.gif

Het Shintoïsme in de 20e eeuw

Deze vermenging van oude tradities met morele idealen werd door de nationalisten gebruikt om de betrokkenheid bij de tweede wereldoorlog te ondersteunen. Na 1945 werd het goddelijke aspect van de keizer officieel ontkend en het Shintoïsme werd zijn officiële positie ontnomen. Het shintoïstisch onderwijs in de scholen werd stopgezet en het bezoeken van de heiligdommen was niet langer verplicht.

Het Shintoïsme vandaag de dag

Tegenwoordig beschouwen de meeste Japanners zich niet meer godsdienstig, maar om echt Japans te zijn moet men wel de gewoonten en culturele gebruiken van het Shintoïsme en Boeddhisme volgen. Over het algemeen zijn bruiloften shintoïstisch of westers en begrafenissen boeddhistisch. Sekten en nieuwe godsdiensten worden door ongeveer 24 procent van de bevolking aangehangen. Ongeveer 1 procent is Christen. Secularisatie en materialisme vermengd met godsdienstige tradities is de norm.

shintoisme_temple.gif

Andere punten

De godsdienstige cultuur van Japan is een (gedeeltelijk syncretistische) vermenging van Shintoïsme, Boeddhisme, Confucianisme en nieuwe godsdiensten.

Godsdiensten op zo’n manier vermengen en het oppervlakkig geloven van verschillende godsdiensten houdt in, dat het denkbeeld van één ware God en één ware godsdienst heel moeilijk te aanvaarden is.

Het Christendom wordt als een echte westerse godsdienst ervaren met weinig aanknopingspunten in de Japanse cultuur.
Hoewel men lippendienst bewijst aan traditionele godsdiensten, is Japan in wezen wereldgezind en materialistisch ingesteld.
De Japanse voorstelling van een god of goden is gewoonlijk vaag en behelst legendarische personages.

Definities

Een boddhisattva is een boeddhist, die de verlichting kan bereiken maar dit uitstelt om andere gelovigen op de weg te helpen.

Syncretisme is het samengaan of de harmonisatie van twee of meer godsdiensten, filosofieën enz.

Bron : www.omf.org




Vorig artikelThokcha
Volgend artikelKrijgt uw kind binnenkort meditatie op school?